Het 174 kilometer lange kanaal tussen Decize en Auxerre werd tussen 1784 en 1824 aangelegd, heeft 110 sluizen, en is geschikt voor schepen met een lengte tot 30,5 meter en een breedte tot 5,1 meter. Het verbindt de Loire met de Yonne, die verderop uitmondt in de Seine. Langs het water is op het jaagpad een Voie Verte, een groene weg, voor fietsers en wandelaars gemaakt.
Het Canal du Nivernais was nodig om Parijs van hout te kunnen voorzien. Van oudsher was de Morvan de houtleverancier van de Franse hoofdstad: houtvlotters brachten de boomstammen via de Yonne en de Seine naar hun klanten. Maar in de koude winter van 1782/1783 kon de Morvan niet meer voldoen aan de vraag. De Bazois moest bijspringen en voor het transport was vanuit Châtillon-en-Bazois een verbinding nodig met de Yonne. Besloten werd om die door te trekken tot aan de Loire.
De aanleg liep vertraging op vanwege de Franse revolutie eind 18e eeuw. Bovendien was het een lastige klus omdat, tussen het Etang de Baye en Sardy-les-Epiry drie lange tunnels uitgehakt moesten worden: de Voûtes de la Collancelle. Maar het resultaat mag er zijn: het Canal de Nivernais geldt als één van de mooiste, zo niet het allermooiste, kanaal van Frankrijk.
Het Canal du Nivernais begint in Decize waar verschillende rivieren en kanalen bij elkaar komen en de stuwdam van Saint-Léger-des-Vignes te zien is. Door dit waterrijke landschap gaat het noordwaarts, via de Bazois langs de randen van de Morvan, naar het beschermd natuurgebied rond de meren van Baye en Vaux. Dat is een paradijs voor natuurliefhebbers, vogelspotters, vissers, watersporters en pleziervaarders.
Vanaf de meren vaart men, via de tunnels van de Voûtes de la Collancelle, naar de Echelle de Sardy. Over een afstand van 3,6 kilometer liggen, tussen het gehucht Port-Brûlé en het dorp Sardy-lès-Epiry 16 sluizen achter elkaar om een hoogteverschil van 40 meter te overwinnen. In sommige van de schilderachtige sluiswachtershuisjes hebben zich kunstenaars en handwerklieden gevestigd.
Langs Tannay waar enkele wijngaarden zijn aangeplant, gaat het Canal de Nivernais richting Clamecy dat ooit de hoofdstad van de houtvlotters was. De majestueuze rotsen van Basseville en de al even indrukwekkende rotsen van de Saussois markeren het landschap ten noorden van dit stadje. Daarna komen de wijngaarden van de Grand Auxerrois al snel in zicht. Eindpunt is Auxerre, de hoofdstad van de Yonne, met z’n vele historische monumenten.
Het Canal de Nivernais is van april tot oktober geopend voor pleziervaart.
De meeste sluizen onderweg zijn elektrisch, maar sommige worden nog met de hand bediend. Eugny (bij Corbigny), Tannay, Chavance en Mont-et-Marré hebben dubbele sluizen. Bij Chavance ligt een driedubbele sluis in het kanaal.
Aanlegplaatsen zijn: Decize Nord, Saint-Léger-des-Vignes (haven), Champvert, Cercy-la-Tour, Limanton-Panneçot, Biches, Châtillon-en-Bazois (haven), Baye Bazolles (haven), Sardy-lès-Epiry, La-Chaise-Corbigny (haven), Chaumot – Chitry-les-Mines (haven), Chaumot, Dirol, Tannay, Villiers-sur-Yonne, Chevroches, Clamecy, Coulanges-sur-Yonne, Châtel-Censoir, Mailly-le-Château, Mailly-la-Ville, Cravant-Bazarnes, Vincelles (haven), Saint-Bris-le-Vineux, Escolives-Sainte-Camille en Auxerre (haven).
Verhuur van boten in Châtillon-en-Bazois, La Chaise Corbigny, Tannay en Mailly-le-Château. Tevens in Vermenton, op 4 kilometer afstand van het Canal de Nivernais, tussen Mailly-la-Ville en Cravant-Bazarnes. Ook zonder vaarbewijs is het mogelijk om het Canal du Nivernais per boot te verkennen. Er is een grote nautische basis in het Etang de Baye.