De Crémant de Bourgogne is een jonge, frisse en levendige wijn met een witte of een roze kleur. Alleen mousserende wijnen uit Bourgondië die volgens een traditionele methode worden gemaakt, mogen de appellation Crémant de Bourgogne voeren. In de hoogste categorie worden ze gemaakt van minimaal 30% Chardonnay en maximaal 70% Pinot Noir. De tweede categorie staat ook Gamay-druiven (maximaal 20%) toe, evenals Aligoté-, Melon- en Sacy-druiven.
De Crémants danken hun bestaan aan de champagne, waarvan het ontstaan in 1668 wordt toegeschreven aan Dom Pérignon. Rond 1820 gingen enkele pioniers in de Bourgogne aan de slag met de productie van de mousserende wijnen:
Aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw nam de productie van Crémant sterk toe.
In eerste instantie duidde de term Crémant op een champagne met de helft minder druk; dus een lichter, crème-achtig schuim. Vanaf 1975 geldt de term Crémant voor alle mousserende AOC-wijnen die niet afkomstig zijn uit de Champagne. Op de Crémant de Bourgogne staat ongeveer 6 bar druk. Bij het openen van de fles, kan de kurk met een snelheid van 50 km/uur losschieten.
Bron: ©Bureau Interprofessionel des Vins de Bourgogne.
De Crémant de Bourgogne wordt op zeer veel plaatsen in Bourgondië gemaakt: 55 gemeenten in de Yonne, 91 in de Côte d’Or, en 154 in de Saône-et-Loire. In totaal gaat het om circa 2.760 hectare aan wijngaarden.
In het noorden van de Côte-d'Or, net onder de Champagnestreek, is de toeristische Route du Crémant uitgezet. Goede adresjes om onderweg Crémant te kopen zijn Domaine Bouhélier, Domaine Claude Gheeraert, en Roland Van Hecke. Geadviseerd wordt om van tevoren af te stemmen dat u komt.
Een aantal producenten van Crémant de Bourgogne biedt een arrangement aan voor bezoekers die hun wijnen willen proeven en meer achtergrondinformatie wensen:
Op het etiket wordt aangegeven hoeveel suiker de Crémant bevat:
Geadviseerd wordt om, aan tafel, de Crémant gekoeld (6 tot 9 graden) te drinken. Als aperitief of bij het dessert mag het een paar graden koeler. In smalle wijnglazen, flûtes, blijven de bubbels het langst in stand.