In dit deel van Bourgondië legden de monniken vanaf de 6e eeuw de basis voor de geweldige wijncultuur van Frankrijk. Hier staan de Abdij van Cîteaux en het wijnkasteel Clos de Vougeot. De kunst van het wijn maken wordt in deze streek al 15 eeuwen verfijnd en van generatie op generatie doorgeven.
De Côte de Nuits profiteert bovendien van ideale omstandigheden voor de wijnbouw. De grond en de ligging zijn een paradijs voor de Pinot Noir druiven, waarvan de allerbeste rode wijnen worden gemaakt. Slechts op enkele plaatsen in deze streek worden Chardonnay of Aligoté druiven verbouwd voor witte wijnen.
Dit is de hotspot van de Grand Crus: maar liefst 24 rode wijnen uit de Côte de Nuits mogen deze allerhoogste onderscheiding dragen. Het zijn klinkende namen zoals Chambertin, Clos de Tart, Clos des Lambrais, Clos de Vougeot, Échezeaux, Romanée, en Mustigny.
Van noord naar zuid is de Côte de Nuits niet groter dan ongeveer 20 kilometer. Op sommige plaatsen is de streek slechts 200 tot 300 meter breed.
Op een plateau van 300 tot 400 meter hoog ligt de Hautes Côtes de Nuits. Dit wijngebied stond op het punt om te verdwijnen, maar is sinds de jaren ’50 bezig met een comeback. In een twintigtal gemeenten is Pinot Noir en Chardonnay aangeplant.
De wijnboeren van de Hautes Côtes de Nuits zetten zich in om wijnen van hoge kwaliteit te maken. Ze leveren karaktervolle rode wijnen en levendige, evenwichtige witte wijnen.
Verken deze streek door de Wijnroute Côte de Nuits te volgen.
Bron: Bureau Interprofessionel des Vins de Bourgogne.