Kasteel van Semur-en-Brionnais

Kasteel van Semur-en-Brionnais
71110, Semur-en-Brionnais

Het oudste kasteel van Bourgondië, uit de 10e eeuw, is nog redelijk goed bewaard gebleven.


Op de top van een 400 meter hoge heuvel in de Brionnais, die uitzag over de Loire, liet Freelan de Chamilly in de 10e eeuw een kasteel bouwen. Het diende als observatiepost en verdediging tegen de invasies van de Noormannen en de Hongaren. De eerste twee verdiepingen dateren uit 960-980 en de bovenste twee werden een eeuw later toegevoegd. De houten verdiepingsvloeren gingen in de 16e eeuw door brand verloren.

Freelan de Chamilly was de eerste in een lijn van drie eeuwen Seigneurs van Semur. Zijn nakomelingen stonden hoog op de sociale en politieke ladder. Zo trouwde in de 11e eeuw Hélie de Semur met de Hertog van Bourgondië (Robert de Oude), een broer van de koning. Dat was overigens geen lieverdje: hij stond bekend om zijn gewelddadigheid en doodde zijn schoonvader en zwager nadat hij Hélie had verstoten.

De beroemdste telg uit deze familie is Hugues de Semur, de zesde grootabt van Cluny die de enorme abdij liet bouwen en zich ontwikkelde tot een zeer invloedrijk man. Hij wordt gezien als degene die de Cluniacenzer orde over heel Europa heeft verspreid. Hugues de Semur werd in de 11e eeuw in dit kasteel geboren. Zijn abdij is na de Franse revolutie gesloopt, maar het kasteel is door de eeuwen heen redelijk overeind gebleven. Filips de Stoute liet het in de 14e eeuw versterken.

Het kasteel van Semur-en-Brionnais geldt als het oudste van Bourgondië. De Romaanse donjon, symbool van de macht van de Seigneurs van Semur, is 22 meter hoog en de muren zijn 2 meter dik. Deze rechthoekige toren telt vier verdiepingen en is in de Bourgondië de oudste donjon die overeind is gebleven.

De beide halfronde torens aan de voorkant, uit de 12e eeuw, beschermden de donjon waarin men woonde. De verdediging bestond uit een ophaalbrug, valhek en machicoulis (werpgat). In de noordelijke toren bevindt zich een kerker. In de westelijke een ondergrondse trap en twee dienstkamers. Aan de vooravond van de Franse revolutie werden ze ingericht als gevangenis. De rode “graffiti” in één van de torenkamers is in de 18e eeuw door gevangenen aangebracht.

De restanten van dit kasteel zijn van maart tot november te bezoeken.