Gougères zijn feestelijke hartige soesjes die in Bourgondië vaak tijdens het aperitief op tafel verschijnen, bij voorkeur met een wijntje uit Chablis of de Tonnerrois. Ze zijn aan het begin van de 19e eeuw ontstaan in het dorpje Flogny-la-Chapelle waar ene Liénard, een banketbakker uit Parijs, zich had geïnstalleerd.
In Parijs waren de “ramequins” van Liénard zeer populair. Dat waren gerechtjes van Clafoutis-achtig deeg met kaas die hij in een klein porseleinen potje serveerde. Maar Flogny-la-Chapelle had niet veel inwoners en bovendien waren de mensen er gewend om zelf te koken. Liènard moest het in Bourgondië hebben van de ambulante verkoop. Ramequins waren niet zo makkelijk te vervoeren. Dus verzon Liénard wat anders: een plat taartje, in de vorm van een kroon, gemaakt van soezendeeg met Comté kaas.
Tegenwoordig worden Gougères in verschillende maten gemaakt (als mini-soesje of ter grootte van een flinke vuist) en zijn ze, zeker in het noordelijke deel van Bourgondië, bij veel bakkers en supermarkten te koop. De buitenkant hoort knapperig te zijn en de binnenkant zacht.
Het dorpje Flogny-la-Chapelle staat elke derde zondag van mei helemaal in het teken van deze lokale specialiteit. Dan worden er allerlei festiviteiten rondom Gougères georganiseerd. Passend in de Franse traditie, is er ook een eigen gilde, de “Goûteurs de Gougères” (de Proevers van de Gougères), om deze specialiteit te promoten.
Deze Bourgondische specialiteit is makkelijk zelf te maken met de volgende ingrediënten: