Couches
Een klein plaatsje met drie kastelen en een zeer turbulente geschiedenis.
Couches is een middeleeuws stadje in de wijnstreek Côte du Couchois. De oude gebouwen die er staan, getuigen van een rijke geschiedenis. Ondanks alle agressie die het plaatsje door de eeuwen heen over zich heen kreeg, zijn er ook nog drie kastelen bewaard gebleven.
De geschiedenis van Couches gaat veel verder terug dan de middeleeuwen. De Menhirs van Epoigny wijzen erop dat deze omgeving 5.000 jaar geleden al door mensen werd bewoond. In de Gallo-Romeinse tijd was Couches een belangrijke plaats op de route tussen Lyon en Autun.
In de 8e eeuw werd in Couches een abdij gesticht. Die werd in de daarop volgende eeuw meerdere malen vernietigd en opnieuw opgebouwd. Vanwege de aanvallen kwam de abdij onder bescherming van de Franse koning. Lange tijd viel een deel van Couches onder de Franse koning en een ander deel onder de hertogen van Bourgondië. De restanten van de voormalige Abdij Saint-Georges zijn geïntegreerd in het gemeentehuis van Couches.
Sinds de 10e eeuw heeft het stadje een versterkt kasteel: het Château de Couches. Bezoekers zijn welkom voor een bezichtiging of een verblijf. Het Château de Montpatey dateert uit de 15e en 16e eeuw en is tegenwoordig een Chambre d’Hôtes. Het Château Tour Guérin, dat in de 12e eeuw werd gebouwd en in de 15e eeuw werd vernieuwd, is eveneens privébezit en is niet toegankelijk voor publiek. In het park van dit kasteel met mooie gekleurde daken staan bomen die bijna 500 jaar oud zijn.
Het huis van de Tempeliers dankt z’n naam aan de ruimte die er werd geboden voor de protestantse cultus nadat het edict van Nantes (godsdienstvrijheid) was herroepen. Het behoorde niet tot de Orde van de Tempeliers. Bijzonder zijn ook nog het voormalige ziekenhuis (1565), de Bajole Toren (12e eeuw) waarin tegenwoordig een restaurant is gevestigd, en de Sint-Martin kerk (1480) die is gebouwd op de resten van een Romaanse kerk.
De hellingen en valleien rondom Couches lenen zich goed voor wandelingen.