71120, Charolles
Deze kaas wordt niet gemaakt van melk van de beroemde Charolais koeien, maar van geitenmelk.
Hoewel Charolais een beroemd runderras is, worden de Charolais kaasjes niet gemaakt van koeienmelk, maar van rauwe volle geitenmelk die afkomstig is van Alpengeiten of Saanengeiten.
De oorsprong ervan ligt op de heuvels van de Charolais en de Brionnais in Bourgondië. Hier hadden, in de 16e eeuw, mensen zonder grond soms toch enkele geiten die ze lieten grazen langs de wegen en op openbare terreinen. De geiten werden “de koeien van de armen” genoemd. Geleidelijk zetten de veehouders, voor het onderhoud van hagen en struiken, ook een aantal geiten op hun terrein. De kaasjes die ze van hun geitenmelk produceerden, waren een belangrijk onderdeel van het voedingspatroon op het platteland.
De Charolais kaasjes moeten minimaal twee weken rijpen. Ze zijn ongeveer 7,5 centimeter hoog. De buitenkant is ecru en wordt blauwer naarmate de kaas verder rijpt. De binnenkant is droog en brokkelig. Met een gewicht van 250 tot 310 gram behoort de Charolais tot de grotere geitenkazen. Jong heeft de Charolais een lichte geitensmaak. De smaak wordt sterker naarmate de kaas ouder wordt; het aroma neigt dan wat meer naar paddenstoelen en hazelnoten.
Charollais heeft de kwaliteitskeurmerken AOC (Appellation d’Origine Contrôlée) en AOP (Appellation d’Origine Protégée). Die geven aan dat de herkomst ervan gecontroleerd en beschermd is. De productie ervan is toegestaan in een gebied van 60 kilometer rondom Charolles (Beaujolais) en dus ook in de Saône-et-Loire.
Foto: ©ANICAP