In een groene vallei, in het hart van het woud Fôret de Châtillon, dat tegenwoordig deel uitmaakt van het immense nationale park Forêts de Champagne et Bourgogne, werd in de 12e eeuw een abdij opgericht: Val des Choues.
De monniken waren volledig zelfvoorzienend. Ze vormden een eigen congregatie: de Valdesclusiens (de naam van de bewoners van deze vallei). De abt van Val des Choues stond aan het hoofd van 29 andere abdijen in Europa. In de 18e eeuw werd de abdij verbonden met de orde van de Cisterciënzers. De abdij is deels verwoest in de Franse revolutie en daarna verlaten.
Tegenwoordig zijn de gebouwen weer bewoond. Waar ooit de monniken hun moestuin bewerkten, is in 1990 een Franse tuin aangelegd. De grote vijver uit de 12e eeuw wordt gevoed door een bron in de vallei. Tussen de tuin en de receptie is een boomgaard aangeplant. Op het 21 hectaren grote terrein ligt ook een meertje.
De voormalige abdij biedt chambres d’hôte en een gîte aan en is beschikbaar voor evenementen. Tevens is hier het Museum van de Jacht gevestigd. Van mei tot november zijn abdij en museum geopend voor publiek. Zie voor actuele openingstijden en toegangsprijzen de website van de abdij.