Stuwmeren Canal de Bourgogne

Stuwmeren Canal de Bourgogne
21540, Grosbois-en-Montagne

De stuwmeren in het Canal de Bourgogne dienen vooral om het kanaal van water te voorzien. Enkele meren hebben faciliteiten voor zwemmers en watersporters.


Het Canal de Bourgogne, dat van Saint-Jean-de-Losne (aan de Saône) naar Migennes (aan de Yonne) loopt, wordt mede gevoed door een aantal grote stuwmeren die bijna 200 jaar geleden werden aangelegd.

Voor het meest zuidelijke deel komt het water uit de Ouche. Het middenstuk, van Rougemont naar Pouilly heeft weinig toevoer uit stroompjes. Vandaar het belang van de vijf stuwmeren in deze sectie van het kanaal: de stuwmeren van Cercey, Panthier, Grosbois, Chazilly, en Le Tillot. Het noordelijke deel, dat parallel loopt aan de Armançon, krijgt water uit die rivier en uit het stuwmeer Pont-et-Massène.

Toeristen die vertier zoeken, gaan het liefste naar met meer van Panthier (130 hectaren groot en 14 meter diep) en het meer van Pont-et-Massène (80 hectaren groot en 21 meter diep). Die zijn ingericht op zwemmers en watersporters. Het meer van Grosbois heeft eveneens een zandstrand voor recreanten, maar daar ontbreken verdere faciliteiten. Naast het reservoir (90 hectaren groot en 20 meter diep) is er ook een tegenreservoir (15 hectaren groot en 17 meter diep) om tegenwicht te bieden aan de dijk.

Bij de andere drie is het kalmer. Het rustgevende meer van Tillot (30 hectaren groot en 9 meter diep) trekt vooral wandelaars en vissers aan. Dat geldt ook voor het meer van Chazilly (95 hectaren groot en 16 meter diep) dat een kilometer verderop ligt en waarvan de ruim 500 meter lange dam recent is opgeknapt. Het is een imposante stuwdam waarvan de zes steunberen lijken op de torens van een fort.

Het meer van Cercey (60 hectaren groot en 12 meter diep) ligt in een gebied met het label “Espace Naturel et Sensible” (natuurlijke en gevoelige ruimte). Het is een oase van rust en een ideale plek om de dieren, en met name de vogels in deze omgeving te observeren. De wandelroutes zijn voor iedereen geschikt. In de diepte van dit stuwmeer gaan een oude brug, een Gallo-Romeinse villa en een Romeinse weg schuil.

De stuwmeren worden om de beurt één keer per tien jaar geleegd voor onderhoudswerkzaamheden.