Cluny staat dit jaar stil bij de 1000e verjaardag van z’n abt Hugues de Semur. Hij bouwde de Maior Ecclesia, een kerk die 187 meter lang en 77 meter breed was. Totdat Rome vier eeuwen later de 190 meter lange Sint-Pieter kreeg, was dit de grootste Christelijke kerk ter wereld.
Hugues de Semur werd op 13 mei 1024 geboren in Semur-en-Brionnais in een familie die de machtigste van de Brionnais en één van belangrijkste van Bourgondië was. Zijn moeder zag hem het liefst in het klooster terwijl zijn vader een ridder van hem wilde maken. Voor dat laatste voelde Hugues de Semur niets.
Hij volgde het kerkelijke pad en was pas 24 jaar toen hij werd verkozen tot de zesde abt van de in 910 opgerichte Orde van Cluny. Dat bleef hij 60 jaar lang. Hugues de Semur was een groot diplomaat en onderhield contacten met de belangrijkste religieuze en wereldlijke leiders. Hij reisde door heel Europa om de orde uit te breiden en daarbinnen de eenheid te bewaren.
Tegelijkertijd mengde deze abt zich in politieke zaken. Zo was hij betrokken bij de Slag om Toledo. Zijn steun aan koning Alphons VI werd beloond met een deel van de enorme oorlogsbuit. Met het goud van Toledo kon hij in 1088 de bouw van de Maior Ecclesia (grotere kerk) starten.
Aan het schip van deze kerk is 42 jaar gewerkt. Het was een enorme logistieke operatie. Cluny was te klein voor al die activiteiten. De stenen en elementen werden daarom in de kalksteengroeven in de omgeving uitgehakt, op maat gemaakt en bewerkt. Aangekomen in Cluny, hoefden ze enkel nog gestapeld en gemetseld te worden.
Terwijl zijn geboortekasteel in Semur-en-Brionnais nog overeind staat, is er van zijn levenswerk in Cluny weinig bewaard gebleven. In de Franse revolutie, van 1789 tot 1799, zijn veel religieuze gebouwen vernield. Toen werd de Maior Ecclesia bleef, net als de rest van de abdij, gespaard. Met de sloop is na de revolutie gestart omdat het ijzer uit de gebouwen nodig was voor kanonnen en ander wapengerei. Vervolgens werden ook de stenen weggehaald en elders hergebruikt.
Het kleine stukje dat nog overeind staat, kan worden bezocht. Wat het meeste opvalt, is de enorme hoogte: ruim 30 meter. Een indrukwekkende 3D-presentatie, gebaseerd op oude tekeningen, toont hoe de immense kerk er ooit uit moet hebben gezien: een woud van 1.200 pilaren met rijk versierde kapitelen, marmeren vloeren, prachtige schilderingen, en heel veel licht.
Het Centre d’études clunisiennes zoekt actief naar resten van de abdij en de Maior Ecclesia. Verspreid over de hele wereld, zijn inmiddels zo’n 25.000 stenen en elementen teruggevonden. Ze zijn geschonken, teruggekocht of teruggevorderd. Soms wordt enkel geregistreerd waar ze zich bevinden. Een deel ervan is tentoongesteld in het Palais Jean de Bourbon.
Hugues de Semur overleed op 28 april 1109 en werd in 1120 heilig verklaard. Hij heeft de inwijding van het koor door paus Urbanus II in 1095 nog wel meegemaakt maar van de gehele Maior Ecclesia in 1030 niet meer. Toen hij stierf, vielen zo’n 2.000 gebouwen en 20.000 religieuzen, verspreid over heel Europa, onder zijn gezag. In Marcigny had Hugues het eerste vrouwenklooster binnen de orde van Cluny gesticht. Zijn zus Hermengarde was er priores.
Net als zijn opvolgers, werd de zesde abt van Cluny begraven in de Maior Ecclesia. Zijn graf bevindt zich in het midden van het koor. In de 13e eeuw gingen er ook relieken van hem naar andere Cluniacenzer kerken, zoals die van Semur-en-Brionnais, Marcigny, Saint-Christophe-en-Brionnais, Autun, Solesmes en Paray-le-Monial.
Omstreeks 1810 bouwde Napoleon I bovenop de oude graven de haras, de stoeterij, van Cluny. Het koor van de Maior Ecclesia werd Ecurie 3 (stal 3).
Ter gelegenheid van de 1000e geboortedag van z’n beroemde abt, is er van 1 juni tot 29 september in het Paleis van Jean de Bourbon een tentoonstelling te zien over de abten die ooit aan het hoofd van de Abdij van Cluny hebben gestaan. Verder wordt op 8 en 9 juni een tweedaagse millenniumwandeling georganiseerd van Semur-en-Brionnais naar Cluny.