Chablisien

Chablisien
Escale Chablis

1 Rue du Maréchal de Lattre de Tassigny, 89800, Chablis

De monniken van de Abdij van Pontigny brachten de wereldberoemde wijngaarden van Chablis vanaf de 12e eeuw tot ontwikkeling.


De geschiedenis van dit wijngebied gaat zeker 2000 jaar terug. Al in de 1e eeuw groeiden er wijnstokken, maar de Romeinse keizer Domitianus liet ze vanuit concurrentieoverwegingen vernietigen: buiten Italië mocht geen nieuw aanplant meer plaatsvinden en in Bourgondië moesten bestaande wijngaarden verdwijnen. Pas in de 3e eeuw mochten ze, onder keizer Probus, weer worden aangeplant.

Net als elders in Bourgondië, brachten ook hier de monniken de wijnbouw echt tot ontwikkeling. Op de vlucht voor de Vikingen, kwam in 854 een aantal Benedictijner monniken met de relikwieën van de heilige Martin aan bij de abdij Saint-Germain in Auxerre. In 867 schonk koning Karel de Kale hen Chablis, inclusief een klooster, waar ze de relikwieën veilig konden bewaren. Ze ontvingen al snel donaties en erfenissen in de vorm van wijngaarden.

In 1118 sloten deze monniken een akkoord met hun broeders van de nabijgelegen Cisterciënzer Abdij van Pontigny: die kregen het recht om ongeveer 24 hectaren aan wijngaarden rondom Chablis te exploiteren. De wijngaarden rondom hun eigen abdij waren immers minder geschikt voor de wijnbouw. Om ter plaatse de wijn te maken en op te slaan, bouwden ze Le Petit Pontigny (het kleine Pontigny) in Chablis. Die wijnkelder bestaat nog steeds en er worden tegenwoordig allerlei evenementen gehouden.

Vanaf de 13e eeuw nam de wijnbouw in Chablis fors toe. Via de Yonne werden de wijnen vanuit Auxerre verscheept naar Parijs en, voor de export, naar de haven van Rouen. Tot de 18e eeuw bleven vrijwel de wijngaarden in bezit van de monniken. Tijdens de Franse revolutie werden de percelen onteigend en verkocht.

In de eeuwen erna kreeg de streek het zwaar te verduren: phylloxera in 1887, veel slachtoffers in de eerste en tweede wereldoorlog, en zware verwoestingen door een Duits bombardement in 1940. In de jaren ’50 waren slechts enkele honderden hectares met wijngaarden over. Pas in de tweede helft van de 20e eeuw kwam in de Chablisien de wijnbouw weer tot bloei met het planten van Cardonnay druiven die resistent waren tegen Phylloxera.

De streek heeft een landklimaat, met risico op vorst en hagel in het voorjaar groter. In de jaren met late nachtvorst ziet men hier ’s nachts in de wijngaarden de vele lichtjes van de vuurpotten die worden aangestoken om de jonge druiven te beschermen tegen de kou.

De Chablisien produceert, met 20 gemeenten en 5.400 hectaren aan wijnstokken, zo’n 300 wijnhuizen, bijna 40 miljoen flessen Chablis wijn per jaar. Veel wijnbouwers laten bezoekers graag een kijkje nemen in hun caves. 

Verken dit gebied door de wijnroute Chablis en Grand Auxerrois te volgen. Overal waar het label “Vignobles en Découvertes” hangt, is proeven mogelijk.

De volgende uitkijkpunten bieden een mooi overzicht over de Chablisien:

  • Heuvel van de Grand Cru’s: op de weg van Chablis naar Tonnerre, vlak voor de départementale 35 (richting Fyé en Collan) linksaf het weggetje (sentier des Clos) op gaan naar de Aire des Clos. Van daaruit vertrekken verschillende wandelroutes door de wijngaarden.
  • Aire des Lys: vanaf de Rue des Picards rechtdoor het dorp uitrijden.
  • Courgis: op de weg naar Chitry.