Anijssnoepjes Flavigny

Vele generaties Fransen zijn ermee opgegroeid en in vrijwel elke Franse supermarkt zijn ze te koop: de anijssnoepjes uit Flavigny, verpakt in lieflijk doosjes waarop sinds 1828 altijd een herdertje en een herderinnetje zijn afgebeeld.

Wanneer ze zijn ontstaan weet niemand: waarschijnlijk ergens tussen 812 en 1591. In 812 bepaalde Karel de Grote dat dat de kloosters anijs moesten verbouwen. Volgens de geschiedschrijving werden in 1591 anijssnoepjes uit Flavigny uitgedeeld aan hooggeplaatste gasten van het stadje Semur-en-Auxois. En van koning Louis XIV wordt gezegd dat hij altijd een doosje anijssnoepjes bij zich had.

De snoepjes werden gemaakt in een Benedictijner abdij uit 719. Toen de monniken waren gevlucht en de gebouwen in 1792 als nationaal bezit werden verkocht, zetten acht inwoners uit Flavigny op dezelfde plek de productie voort. Nog altijd worden de anijssnoepjes van Flavigny in deze voormalige abdij gemaakt. En ook het basisrecept is al die eeuwen gelijk gebleven.

Het snoepje bestaat uit een anijszaadje, omgeven met fijne laagjes suikersiroop. Aanvankelijk werd de siroop gemaakt van suiker uit suikerriet. Rond 1600 werd het mogelijk om suiker te winnen uit suikerbieten en sindsdien wordt overwegend bietsuiker gebruikt. Daarnaast worden natuurlijke smaakjes toegevoegd aan de snoepjes: cassis, citroen, gember, mint, drop… Al in 1800 was Anis de Flavigny verkrijgbaar in verschillende smaken.

De crypte van de abdij en de fabriek, inclusief het daaraan verbonden museum en de snoepjeswinkel zijn te bezoeken. Er wordt een film met Engelstalige uitleg getoond. Rondleidingen in de fabriek zijn alleen ’s ochtends. De fabriek is in het weekend, op feestdagen en gedurende een aantal weken in de winter gesloten. Zie de website van Anis de Flavigny voor de exacte openingstijden.

Combineer een bezoek aan de snoepjesfabriek ook met een verkenning van Flavigny-sur-Ozerain. Het behoort tot de mooiste dorpjes van Frankrijk. 

Fotocredits: foto's van de snoepjes en de productie van de snoepjes ©Claire Jachymiak; overige foto's ©Anis de l'Abbaye de Flavigny.