Louhans is de hoofdstad van Bourgondisch Bresse. Het is een charmant middeleeuws plaatsje, bekend om z’n pluimvee. Een deel van de Bresse ligt in het departement de Ain (Savoye). De daken van de boerderijen laten zien of men in het Bourgondische dan wel het Savoyse deel is; in het Bourgondische deel zijn ze steiler en zijn de dakpannen plat.
De geschiedenis van Louhans gaat terug tot de 5e eeuw. Toen installeerde een groep Bourgondiërs, een Oost-Germaans volk, zich op deze plek. In 878 schonk de koning Louhans aan de Abdij Saint Philibert van Tournus.
In het midden van de 13e eeuw werden de stadswallen aangelegd en werd de stadsgracht gegraven. De eerste gebouwen met arcades verrezen. Eind 15e eeuw werd een gotische kerk gebouwd. Daarnaast volgde in de 18e eeuw, in neogotische stijl, de Saint-Pierre kerk. Het dak, met de gekleurde dakpannen, is in Bourgondische stijl. Naast deze kerken is ook het oude Hospitaal van Louhans met de apotheek een bezichtiging waard.
Rond de 9e eeuw is de handel in zout tot ontwikkeling gekomen. Louhans werd toen een halteplaats tussen de Jura en de Vallei van de Saône en groeide uit tot een handelsstad. Er werd tol geheven op de plek waar de Saône en Seille samenvloeien. Dankzij de handel in laken en hennepdoek ontwikkelde Louhans zich verder. Die groei stopte in de 16e eeuw door allerlei conflicten. Maar Louhans behield haar positie als belangrijk landbouwgebied met (jaar)markten.
De middeleeuwse stadsplattegrond is behouden gebleven. De 400 meter lange hoofdstraat telt nog 157 arcades die rusten op 200 pilaren. De bouwstijl van de huizen in deze straat is zeer divers. Met gevels uit de 15e eeuw, binnenplaatsen en steegjes is dit nog altijd het hart van de oude binnenstad. Hier wordt op maandagochtend de bezienswaardige weekmarkt gehouden. Het is één van de grootste markten van Frankrijk.
Traditiegetrouw wordt er na afloop van de markt tête de veau (kalfskop) gegeten. Deze traditie is ontstaan in de jaren ’50 van de vorige eeuw toen er nog veel dieren werden verhandeld op deze markt. Als de kooplui hun handel hadden verkocht, gingen ze kalfskop eten. Dat gerecht was niet duur en kon makkelijk warm worden gehouden. De restaurants in Louhans serveren het nog altijd.