Val-Suzon

Het enorme bosgebied Val-Suzon, ten noorden van Dijon, heeft sinds 2011 de status van regionaal natuurreservaat. Het strekt zich uit over de gemeenten Darois, Etaules, Messigny-et-Vantoux en Val-Suzon. In 2024 werd het, als eerste in Bourgondië, ook toegevoegd aan de groene lijst van de Union Internationale pour la Conservation de la Nature (UICN ), de Internationale Unie voor Natuurbescherming waarbij ruim 160 landen zijn aangesloten. Met 2.980 hectaren, is dit het grootste natuurreservaat in de regio Bourgogne-Franche-Comté.

Val-Suzon is een enorm, beschermd bosgebied met een rijke diversiteit aan bijzondere habitats. Het bestaat uit valleien met droog grasland, tufsteenmoerassen, rotsen en kliffen waar veel zeldzame en planten en dieren leven. Het hoogste punt is op 560 meter: wie naar de top wandelt, wordt onderweg beloond met een geweldig uitzicht. Archeologische resten, onder andere uit de prehistorie, de Gallo-Romeinse tijd en de middeleeuwen wijzen erop dat deze omgeving al duizenden jaren wordt bewoond door mensen.

De bossen van dit reservaat liggen aan weerszijden van het riviertje de Suzon waarnaar de vallei is vernoemd. De Suzon begint tussen Panges en Trouhaut om ruim 40 kilometer verderop, bij Longvic, uit te monden in de Ouche. Het is een prachtig stuk natuur waar inwoners uit Dijon kunnen recreëren. Ook voorziet Val-Suzon voor een groot deel in de waterbehoefte van de Bourgondische hoofdstad.

Het natuurreservaat wordt beheerd door het Office National des Forêts (OFN), de Franse staatsbosbeheerder. Die heeft de volgende wandelingen uitgezet om het gebied te verkennen:

• Belvédère en valleien Sainte-Foi: in 5, respectievelijk 8 kilometer door koele valleien naar rotsachtige uitkijkpunten en frisse waterbronnen.
• Bron de Jouvence: in 4 kilometer naar de bronnen van Jouvence die de hoofdstad van Bourgondië voorzien van water.

Foto: ©T. Kuntz – Région BFC