Santenay presenteert zich als stadje van water en wijn. De wijnen zijn waarschijnlijk het meest bekend. In deze gemeente is ruim 274 hectaren grond beplant met Pinot Noir druiven (rode wijn) en ruim 63 hectaren met Chardonnay druiven (witte wijn). Er worden 12 Premier Crus gemaakt.
Het plaatsje ligt in het zuiden van de Côte-de-Beaune, bijna aan het einde van de Route des Grands Crus. De wijngaarden worden gedomineerd door een windmolen, de Moulin Sorine, die begin 19e eeuw werd gebouwd. Het is de enige nog functionerende windmolen in de Côte-de-Beaune.
Een opvallend wijnhuis is Château Philippe le Hardi. Het kasteel dateert uit de 14e eeuw en is vernoemd naar hertog Filips de Stoute. Die nam, volgens de website van het domein, in 1372 bezit van de heerlijkheid Santenay en van het kasteel. Bij de ingang staan twee majestueuze platanen die al meer dan vier eeuwen oud zijn. Het kasteel is herkenbaar aan z’n gekleurde Bourgondische dakpannen.
Het water van Santenay slaat niet zozeer op de Dheune en het Canal du Centre die onderlangs stromen, maar vooral op de thermen. Ze danken hun bestaan aan de Fontaine Salée (zoute bron). Die werd vanaf de invoering van de gehate zoutbelasting, in de 15e eeuw, door inwoners gebruikt om zout te winnen.
Begin 19e eeuw raakte het kuren hier in opkomst. De thermen richten zich op reuma- en artrosepatiënten en mensen met stofwisselings- en spijsverteringsproblemen. Het bronwater van Santenay is, volgens de website van het kuuroord, gechloreerd met natriumsulfaat en heeft het hoogste lithiumgehalte van Europa.
Santenay-le-Haut (het hoge Santenay) is het oudste deel van de gemeente. Het commerciële centrum ligt in Santenay-le-Bas (het lage Santenay).