Onderaan de Rots van Solutré werd in 1866 één van de grootste prehistorische vondsten van Europa gedaan. Ze maken duidelijk dat deze plek al meer dan 50.000 jaar door mensen wordt gebruikt om op paarden en rendieren te jagen. De dieren werden naar de voet van de steile helling gedreven en daar geslacht. Er zijn botten teruggevonden van duizenden dieren. Het was dus een enorme slachtplaats.
Een deel van de opgravingen ging naar musea elders in Frankrijk of in het buitenland. De collectie die achterbleef in het museum van Solutré omvat botten, tanden, hoorns, schedels… Ze laten de bezoekers zien wat er allemaal aan onderzoek is gedaan sinds de ontdekking in 1866. Het museum is overigens ingegraven in de grond aangezien bij de bouw ervan in 1982 nieuwe constructies niet waren toegestaan in dit gebied.
De archeologische en biologische tuin biedt de mogelijkheid om een terrein van 13.000 m2 te verkennen waarop een grote variëteit aan planten groeit die karakteristiek zijn voor deze omgeving. Een pad voert langs acht plekken die wat zeggen over de geologie, de jachttechnieken, het landschap of de opgravingen. Verder geeft de tuin een mooi uitzicht over de vallei en op de Rots van Solutré.
Het museum is, op enkele feestdagen na, het gehele jaar open. Zie voor actuele openingstijden en toegangsprijzen de website.