In het Canal du Nivernais zijn, tussen de gehuchtjes Port-Brûlé en Sardy-lès-Epiry, over een afstand van 3,6 kilometer, 16 sluizen gebouwd. Dit traject heet L’Echelle de Sardy (de ladder van Sardy).
Het jaagpad tussen de twee gehuchtjes is populair bij fietsers en wandelaars. Zij kijken graag toe hoe de boten de sluizen passeren. Elke sluis wordt nog met de hand bediend en soms helpen voorbijgangers een handje bij het openen of sluiten van de deuren.
Ooit was het jaagpad bedoeld voor de mannen en de paarden die de boten trokken. Tegenwoordig is het een fiets- en wandelpad. Gemotoriseerd verkeer is er niet toegestaan; evenmin voor de sluiswachters. Zij rijden op hun fiets van de ene sluis naar de andere om de boten er doorheen te helpen.
Bij sluis 6, met het roze loopbruggetje, creëerde Gégé zijn Isfahan. Daar kunnen de passanten even pauzeren met een drankje en eventueel een crêpe eten . Wie nabij komt, wordt ontvangen met hippiemuziek die klinkt vanaf een boot. Op het jaagpad liggen Perzische kleden. Naast het huisje en langs het water staat een bonte verzameling tafels, stoelen en bankjes waarop de bezoekers kunnen plaatsnemen. Binnen worden ze verwelkomd door Gégé. Hij is er in principe altijd als het Canal de Nivernais geopend is voor de scheepvaart; dus van april tot oktober.
Een stukje verderop, bij sluis 10, staan enkele kunstwerken op de oever van het kanaal. Aan het eindpunt, bij sluis 16, is een toeristenbureautje gevestigd. Dat is alleen in de zomer enkele dagen per week geopend.
De sluizen van de Echelle de Sardy werden vanaf 1824 gebouwd. De eerste tien, vanaf Port-Brûlé, liggen redelijk dicht bij elkaar. Daarna wordt de afstand tussen de opeenvolgende sluizen groter.
Fietsen of wandelen langs de 16 sluizen kan het hele jaar door, maar is het leukste in de periode dat het kanaal open is voor boten.