Een lekkernij uit de omgeving van Mâcon zijn de verfijnde en knapperige wafeltjes, de Gaufrettes Mâconnaises. Gemaakt van volle room, suiker en meel.
Ze zijn (met behulp van een stokje) gerold in de vorm van een holle sigaar; ongeveer 15 centimeter lang en 2 centimeter dik. Daarin onderscheiden ze zich van de platte wafeltjes uit Parijs en de rond zichzelf gerolde wafeltjes uit Lyon.
Het biscuitje is een oud dessert uit de Middeleeuwen. De rijkdom van een familie werd ooit afgemeten aan de hoeveelheid wafeltjes die bij bruiloften of andere feestelijkheden werd aangeboden.
De gaufrettes werden in de middeleeuwen Oublies genoemd. Toen werden ze nog gemaakt van deeg bestaande uit boekweitmeel dat was aangelengd met water. Het was een luxe als er een beetje tarwebloem of room aan toegevoegd kon worden. Het oude recept is uit de vergetelheid gehaald en wordt nu, in de luxe versie, verspreid door de Confrérie (broederschap).
Volgens de website van de Confrérie is recent bij opgravingen in Mâcon een urn uit de Gallo-Romeinse periode gevonden die goed geconserveerde voedselresten, lijkend op dit wafeltje, bevatte. Deze resten worden nog geanalyseerd om de ingrediënten te achterhalen.
Hieronder het officiële recept zoals gepubliceerd door de Confrérie de la Gaufrette Mâconnaise.
Meng in een kom:
Laat een paar minuten staan zodat de suiker goed kan oplossen.
Daarna toevoegen:
Vermeng de bloem goed met de andere ingrediënten. Eventueel kan er een smaakje aan het deeg worden toegevoegd; bijvoorbeeld vanillepoeder of citroenrasp.
Verwarm een wafelijzer (Lagrange) op thermostaatstand 2. Giet een lepeltje deeg in het midden van het wafelijzer en sluit het ijzer. In ongeveer 5 minuten licht goudbruin laten bakken.
Het wafeltje, zodra het gaar is, uit het ijzer halen en in de lengte doormidden snijden. Rol het om een stokje met een diameter van 16 millimeter.
Als ze zijn afgekoeld kunnen ze het beste worden bewaard in een ijzeren trommeltje.