In februari 2024 sloot de Saint-Vincent kathedraal van Chalon-sur-Saône z’n deuren voor het publiek vanwege een grootscheepse restauratie. In de afgelopen anderhalf jaar kreeg hij z’n sprankelende middeleeuwse kleuren terug. Sinds enkele weken zijn ze ook voor het publiek weer zichtbaar.
Bij de grondige schoonmaak van het interieur, werden de restaurateurs verrast door de kleuren die ze aantroffen onder de verwijderde lagen. Met het wegpoetsen van eeuwenoud stof en vuil werd de kathedraal ook een stuk lichter. De vorige grote beurt was eind 19e eeuw en in de tussentijd hebben de rook van kaarsen, de vochtigheid en stofdeeltjes hun sporen nagelaten. Behalve de muren en de gewelven werden ook de glas-in-loodramen gereinigd zodat het daglicht weer volop naar binnen kan.
De oudste door de restaurateurs gevonden verf bestond uit minerale pigmenten die direct op de stenen waren aangebracht en dateert waarschijnlijk uit de late middeleeuwen of de vroege renaissance (begin 16e eeuw). De toenmalige kunstenaars werkten met gele en rode oker en gaven de sluitstenen felle kleuren. Soms gebruikten ze gouden accenten. Ribben van het transept en het koor werden tevens verfraaid met dubbele zware lijnen, onderbroken door de natuurlijke tint van de steen. Sommige spitsbogen versierden ze met visgraatpatronen in bruin, blauw en geel.
De architectuur van het koor dateert uit de 13e eeuw en is waarschijnlijk kort daarna versierd. Rond de hoge vensters vonden de restaurateurs schilderingen van zwarte en witte lelies. De rode tint in het koor harmonieert perfect met het dominante blauw van de glas-in-loodramen. Op enkele kapitelen kon de oorspronkelijke verflaag worden blootgelegd.
De huidige Saint-Vincentius kathedraal werd tussen de 11e en 16e eeuw gebouwd op de voormalige Gallo-Romeinse vestingwal van de stad. Dat gebeurde in zeven opeenvolgende fasen. Bij de start aan het einde van de 11e eeuw werd geprofiteerd van de ontwikkelingen in het nabijgelegen Cluny waar de Romaanse kunst floreerde. De bouw begon met het koor, ging verder met het transept en het schip, en eindigde met de gevel. Om technische en esthetische redenen werden bij zo’n omvangrijk project de eerder gebouwde delen vaak herzien en aangepast.
De restauratie van de kathedraal wordt ook benut om op deze plek opgravingen te doen. Onder de kapittelzaal en twee kapellen zijn resten aangetroffen van een oudere kerk, waarschijnlijk van omstreeks het jaar 1000. Slechts enkele meters verderop was ooit de ingang naar de kloostergang van de kanunniken. In september 2025 werd er onder het koor gegraven. Archeologen vonden er een Romaanse apsis en een stuk van stadsmuur uit de Romeinse tijd. In 2026 volgen opgravingen bij de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Barmhartigheid.
De restauratie wordt in 2026 en 2027 voortgezet. In 2026 wordt er gewerkt in de sacristie, de kapittelzaal, het zijschip ten zuiden van het koor, het verlengde van de Heilig-Hartkapel, en de Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Barmhartigheid. Ook zal de toegang tot de kathedraal worden verbeterd. In 2027 komen de zijkapellen van het schip aan bod en wordt het voorplein opgeknapt.