10 april 2025

De madeliefjes van Odilon Redon

Het Parijse Museum d’Orsay heeft deze zomer Les Marguerites van kunstschilder Odilon Redon uitgeleend aan het Natuurhistorisch Museum van Autun. Het maakt deel uit van de expositie Cueillir le vivant, saisir l’éphémère (het levende plukken, het kortstondige grijpen).

Les Marguerites, de madeliefjes, werd geschilderd in 1901 toen Europa nog volop in een industriële ontwikkeling zat. Het is onderdeel van een enorme muurschildering, bestaande uit 19 panelen die Redon maakte voor de eetkamer van het kasteel van zijn beschermheer baron Robert de Domec in Sermizelles (Yonne). De schilderijen van Redon geven een tijdloos en haast mystiek beeld van de natuur. Zijn kunst is qua ontwerp en techniek zeer uniek en weerspiegelt de hedendaagse zorgen. Dit meesterwerk biedt een schouwspel van grote en delicate bloemen die op een subtiel gestructureerde achtergrond drijven. Het nodigt kijkers uit om zichzelf te bevragen over hun relatie tot de plantenwereld.

Om uiteenlopende redenen leggen zowel wetenschappers als kunstenaars al eeuwenlang de wereld om ons heen vast. Paleontologen bestudeerden en beschreven de sporen die levende wezens miljoenen jaren lang hebben nagelaten in de vorm van fossielen. Botanici verzamelden duizenden planten in herbaria of in hun notitieboekjes. Kunstenaars lieten zich inspireren door de schoonheid en kwetsbaarheid van de natuur om de delicaatheid en vergankelijkheid ervan in beeld te brengen.

Die kwetsbaarheid wordt tegenwoordig, door de opwarming van de aarde, nog beter voor iedereen zichtbaar. Het milieu verandert en de biodiversiteit verzwakt. Planten migreren naar het noorden en naar grotere hoogten. Uit onderzoek blijkt dat sommige soorten zich in een periode van tien jaar 17,6 kilometer richting het noorden en 12,2 meter in hoogte verplaatsten. Zo verdwenen bepaalde mossoorten, vanwege de temperaturen en luchtvochtigheid, uit lagere delen van de Morvan. Andere planten komen, vanaf de kust van de Middellandse zee of de Atlantische oceaan, richting Bourgondië waar de winters milder worden. De hoogst gelegen gebieden zijn het laatste toevluchtsoord en daar krijgen aanwezige soorten concurrentie van de nieuwkomers. De tijd zal leren welke het overleven.

Met kunstwerken uit eigen collectie en uit bruikleen bieden het Museum van Autun en het Museum Rolin het publiek de mogelijkheid om de wetenschappelijke en artistieke benadering van de plantenwereld met z’n kortstondige karakter te verkennen. De expositie is een wisselwerking tussen herbariums, botanische tekeningen en foto’s enerzijds en artistieke benaderingen van dezelfde planten anderzijds. Ze tonen de vluchtigheid van het leven, herinneren de mens aan z’n eigen sterfelijkheid, en dragen daarmee wellicht bij aan ecologisch bewustzijn.

Op deze expositie zijn onder andere meer dan 300 miljoen jaar oude fossielen te zien uit de omgeving van Blanzy, Montceau-les-Mines en Autun, aquarellen van Louis Duplessis, foto’s van Alphonse Bernoud uit het Museum Niepce (Chalon-sur-Saône) en botanische tekeningen. Wat betreft de artiesten is, naast Les Marguerites, werk aanwezig van tijdgenoten van Redon of recentere kunstenaars. Die keken vaak op een andere manier naar de natuur. Door patronen te isoleren, oneindig te vermenigvuldigen of flink te vergroten bieden ze een andere blik op het levende en op onze plaats daarbinnen. Ook worden er 17e-eeuwse stillevens getoond met de meest vluchtige boeketten: onder andere met tulpen die destijds een fortuin kostten en bloemen die vrijwel meteen na het plukken verwelken.

Het Museum d’Orsay leent elk jaar 100 kunstwerken uit aan andere Franse musea om daarmee de aandacht te vestigen op een actueel thema. Dit jaar is dat het klimaat. In totaal brengen 31 musea door het hele land daarmee een dialoog tot stand tussen wetenschap en kunst.

De expositie in het Natuurhistorisch museum Jacques de la Comble in Autun (Impasse Rollet) duurt tot 30 september 2025 en is geopend op dinsdag tot en met zondag van 10.00 tot 13.00 uur en van 14.00 tot 18.00 uur. De uitleg bij de stukken is enkel in het Frans. De toegangsprijs bedraagt € 5 per persoon.