Op het plateau van Langres ligt het eerste nationale park voor het behoud van de hardhoutbossen. Er groeien beuken, haagbeuken, esdoorns, eiken, kersenbomen, lindebomen… En, in het seizoen, oneindig veel paddenstoelen waaronder cantharellen, eekhoorntjesboord en morieljes. Aan het einde van de herfst en het begin van de winter worden hier ook truffels gevonden. Bij het Boshuis is een klein museum gewijd aan deze bijzondere delicatesse en is een truffelgaard aangelegd
In dit natuurpark met z’n eeuwenoude bossen is de mens blijvend aanwezig. In de dorpjes oefenen ambachtslieden hun activiteiten uit. Er is ook veel landbouw in en er wordt nog steeds kalksteen gewonnen. In totaal vallen er 107 gemeenten onder het Nationaal Bospark. Een deel ervan ligt in Bourgondië en in deel in de regio Grand-Est. Een bijzondere bewoner van deze bossen is de zwarte ooievaar, een zeer zeldzame vogel die zwaar wordt beschermd. Elk voorjaar broeden er een aantal in dit gebied.
Het Nationaal Bospark is een plek voor rust en ontspanning. Delen ervan zijn toegankelijk voor het publiek. Met 50 miljoen bomen is het op warme zomerdagen een ideale plek om verkoeling te zoeken. Het park laat zich het beste te voet verkennen. Het is nog niet gevonden door hordes toeristen. De activiteiten die worden aangeboden zijn over het algemeen enkel in het Frans.
Een goed vertrekpunt is het Boshuis in Leuglay dat dienst doet als informatiecentrum over het Bospark. Raadpleeg de website voor de openingstijden.