Museum Grès aardewerk

Dit museum is gevestigd in een kasteel dat tussen 1530 en 1540 werd gebouwd op de ruïnes van een oud fort. Met de fraaie schoorstenen, het leistenen dak met dakvensters, de pure gevels en de balustrades van roze bakstenen is het één van de belangrijkste renaissancekastelen van de Nivernais.

Twee grote ceramisten, Paul Jeanneney en Nils de Barck, werden in 1898 en respectievelijk 1926 eigenaar van het kasteel. Zij veranderden de bijgebouwen in pottenbakkersateliers. In 1985 kocht de gemeente Saint-Amand-en-Puisaye het kasteel en werd hier het museum van voor Gres aardewerk gevestigd.

De aanwezigheid van de juiste klei, voldoende brandstof en technische kennis voor de bouw van ovens stimuleerde artiesten in de 19^e eeuw om zich te vestigen in de Puisaye. De beeldhouwer en ceramist Jean-Joseph Carriès wordt gezien als hun meester.

Jean-Joseph Carriès woonde vanaf 1888 een deel van zijn tijd in de Puisaye. Hij had zijn ateliers in Saint-Amand-en-Puisaye en zijn laboratorium in Château de Montriveau dat een aantal kilometers verderop naar het noordwesten. Zijn werk verkocht hij in Parijs.

Met zijn succes trok Jean-Joseph Carriès andere kunstenaars, verzamelaars en intellectuelen naar Saint-Amand-en-Puisaye. Gedurende een periode van bijna 70 jaar vormden ze hier een artistieke beweging die was gericht op innovatieve en decoratieve creaties. Dankzij het werk van Albert Vallet, die zich in 1950 in deze streek vestigde, maakte het Gres van de Puisaye een ommezwaai naar de moderniteit.

Aan de school van Carriès is een aparte zaal in het museum gewijd. Verder heeft het museum een collectie gebruiksvoorwerpen van gres aardewerk die vier eeuwen omvat. De hedendaagse collectie laat werk zien vanaf de tweede helft van de 20^e eeuw tot nu.

Het Musée du Grès is van begin april tot eind oktober in de weekenden en op feestdagen geopend. In de zomerperiode, van 1 juni tot 30 september is het ook op werkdagen (met uitzondering van de dinsdagen) open. Zie voor exacte tijden en toegangsprijzen de website van het museum.

Een bezoek aan dit museum is goed te combineren met De Wandelroute in de voetsporen van Jean-Joseph Carriès.