De Mardelles de Prémery, in het hart van de Nièvre, bestaat uit ruim 252 hectare aan bosmoeras. Het heeft zo’n 50 mardelles, poeltjes en meertjes, in verschillende stadia van ontwikkeling. Sinds 2015 is het een Reserve Naturelle Régionale, een regionaal natuurreservaat.
De top, het op circa 300 meter hoogte gelegen bosplateau, fungeert als een watertoren en voedt heel veel kleine beekjes. Het water gaat via zijriviertjes naar de Coursier. Onderweg stroomt het, al naar gelang de hoeveelheid klei in de bodem, soms bovengronds en soms ondergronds. Dankzij een duurzaam beheer, heeft het water hier een zeer goede kwaliteit. De bomen spelen een essentiële rol in dit systeem. Hun bladeren geven, via transpiratie, water af en vertragen de neerslag. Hun wortels helpen bij de infiltratie naar de grondwaterspiegel.
Het moeras is in 15.000 jaar gevormd door planten. Oorspronkelijk was hier enkel water. Door de eeuwen heen werd het bedekt met veenmos. Het veen bouwt zich heel langzaam op: met zo’n 0,5 centimeter per jaar. Nu vormt het een ruim twee meter dikke vezelige laag die fungeert als een natuurlijke spons: de laag filtert het regenwater en verdeelt dat over de stroomgebieden.
De poeltjes en meertjes zijn soms bedekt met een tapijt van veenmos. In andere groeien bosjes stijve zegge die kleine eilandjes in het water vormen. Of ze zijn bedekt met bollen van gewoon haarmos. Het grootste meertje is schoongemaakt en teruggebracht naar de staat waarin het 15.000 jaar geleden verkeerde. Bij het schoonmaken is een 3.700 jaar oude fossiele boomstam gevonden. Deze “slaper van het meer” is tentoongesteld op het verderop gelegen platform waar bezoekers tevens uitzicht hebben over het veengebied. Onderzoek naar de pollen in het meer wijst uit dat hier 8.000 jaar voor Christus al eiken groeiden. En 3.000 jaar voor Christus verbouwden mensen al granen op deze plek.
De natuur rondom dit waterfiltratiecomplex is zeer kwetsbaar. Op de zeer zure grond gedijen zeldzame mossoorten en vleesetende planten. In deze omgeving groeit bijvoorbeeld de koningsvaren die een medicinale en een rotting werende werking heeft. Er leven adders, tal van insecten (waaronder de gevlekte witnsuitlibel), levendbarende hagedissen, marmersalamanders, nimfvleermuizen en bruine kikkers. Deze kikkers komen in februari met duizenden bijeen om er te paren. Maar ook de zwarte ooievaar, de dwergarend en de blauwe kiekendief voelen zich hier thuis.
Dit natuurgebied wordt beheerd door ONF (Office National des Forêts), het Franse Staatsbosbeheer. Die organisatie heeft er een aantal wandelpaden uitgezet.