De kwaliteit van de Franse wijn wordt op het etiket van de fles vermeld met de term AOC (Appellation d’Origine Contrôlée), gevolgd door een geografische aanduiding. AOC geeft aan er is gecontroleerd waar de wijn precies vandaan komt.
Bourgondië kent voor de wijnen 84 AOC’s. Om het kwaliteitskeurmerk te krijgen, moeten ze aan een bepaald eisenpakket voldoen. Binnen de AOC’s zijn er nog een aantal verschillende niveaus; naarmate het niveau hoger is, gelden er uiteraard strengere eisen.
De allerhoogste onderscheiding is de Grand Cru (grote oogst). Daarvan zijn er 33 in Bourgondië: 23 in de Côte de Nuits, 9 in de de Côte de Beaune, en 1 in de Chablisien. Samen omvatten ze qua volume slechts 1% van de totale productie aan AOC-wijnen in Bourgondië en qua oppervlakte 2% van de wijngaarden. Het aantal hectoliter per hectare kent op de hogere niveaus meer beperkingen dan op de lagere niveaus.
De 33 Grand Crus zijn:
Côte de Beaune
Chablis en Grand Auxerrois
Côte de Nuits
Daarnaast zijn er 44 AOC Villages (dorpjes). De AOC Villages is opgedeeld in Villages Premiers Crus (10%) en Villages (36%). Onder één AOC Villages kunnen meerdere dorpen vallen. Voor de AOC Chablis zijn dat bijvoorbeeld 20 dorpen.
Tot slot zijn er 7 AOC Régionales (regio’s). Die zijn onderverdeeld in Bourgogne met geografische aanduiding of Mâcon met geografische aanduiding (15%); Bourgogne Mâcon Village (18%); en Bourgogne Aligoté, Crémant de Bourgogne, Coteaux Bourguignons, Bourgogne Passe tout grains, Mâcon, en Bourgogne Mousseux (20%). Op het laagste AOC-niveau mogen ook andere druiven worden gebruikt dan Pinot Noir of Chardonnay en is het toegestaan om een assemblage van meerdere druivensoorten te maken.