Eind 19e eeuw werden bijna alle Franse druivenstokken vernietigd door Phylloxera. Een kleine wijngaard van 55 are in de Chablisstreek weerstond deze agressieve en onuitroeibare druifluis. Het is de wijngaard van Louis en Catherine Poitout.
Ze zijn allebei afkomstig uit een wijnfamilie, wilden in 2011 hun eigen wijnhuis starten en vonden een kleine verwaarloosde wijngaard in Villy. Na enige aarzeling besloten ze die te kopen en te zien wat de oude Chardonnay druivenstokken zouden opleveren. Een gouden beslissing, zo bleek achteraf. Zonder het te beseffen, waren ze eigenaar geworden van een wijngaard die waarschijnlijk al bestond voordat Phylloxera toesloeg.
Bijzonder is dat hun wijnstokken Franc de Pied, wortelecht, zijn; dus niet geënt op Amerikaanse onderstammen die resistent zijn tegen Phylloxera. Sinds de catastrofe eind 19e eeuw worden overal in Frankrijk de druivenplanten geënt op zulke Amerikaanse stammen. Vanwege het enten hebben ze een bobbel onderaan de stam.
Pas bij het plaatsen van de palissades ontdekten Louis en Catherine Poitout dat bij hun druivenplanten die bobbel ontbrak. De planten zijn dus Franc de Pied. De oudste kadastergegevens van hun perceel gaan terug tot 1902/1903. Toen was het al een wijngaard. Het is zeer aannemelijk dat dit ook het geval was voordat Phylloxera uitbrak.
Bijna anderhalve eeuw na de ramp, hebben Franc de Pied druivenplanten nog steeds geen overlevingskans omdat de druifluis aanwezig blijft in de grond. Maar op enkele plekken redden ze het wel. De kleine wijngaard in Villy is de enige in de Chablis-streek en één van de weinige in Frankrijk waar het wel is gelukt.
Verder zijn enkele Franse wijnboeren er de afgelopen decennia in geslaagd om nieuwe, ongeënte, aanplant te cultiveren. Dat ging in zandgrond die nauwelijks klei bevat, bijvoorbeeld langs de Loire. Maar eveneens in kleigrond die ’s winters en in het voorjaar, wanneer de Phylloxera-eitjes worden gelegd, heel nat is.
Zulke grond hebben Louis en Catherine Poitout: de klei houdt het water zo goed vast dat de eitjes zich niet kunnen ontwikkelen. Onder de klonterige leemachtige bovenlaag van hun wijngaard bevindt zich de vette klei die voorkomt dat de druifluis zich in de grond kan voortplanten.
Diepere lagen in de grond geven de wijn z’n smaak. De dunne wortels van de planten halen daar de voedingsstoffen die de druiven, en uiteindelijk de wijn, hun delicate smaak geven. Meteen na de vette klei komen ze in een fossiele laag die zorgt voor de elegantie en finesse van de wijn. Vervolgens bereiken ze de kalksteenkiezels waaraan de wijn z’n fruitige karakter dankt.
Kenners zeggen dat een Franc de Pied wijn lekkerder is. De Amerikaanse onderstammen zouden werken als een filter tussen de voedingsstoffen en de druiven. In elk geval is bij wortelechte planten de sapstroom naar de druiven directer.
Louis en Catherine Poitout noemden hun Franc de Pied wijn L’Inextinct - Monopole, een fantasienaam die verwijst naar iets dat nooit uitgaat en voortdurend wordt vernieuwd. Het is een frisse wijn die past bij zeevruchten, oesters, zalm en stevige witte vis. In goede jaren is de oogst enkele duizenden flessen. Op afspraak is L’Inextinct - Monopole te koop bij L&C Poitout. Hij wordt ook geëxporteerd naar landen binnen en buiten Europa.