Digoin, op de rechteroever van de Loire, wordt omgeven door rivieren en kanalen en wordt daarom ook het eiland van de Charolais genoemd.
Het is hier een enorm kruispunt van waterwegen. In en bij Digoin komen vier rivieren (de Arroux, Bourvince, Arconce, Vouzance en de Loire) en vier kanalen (Canal Lateral à la Loire, Canal du Centre, Canal de Roanne à Digoin, en Rigole d’Arroux) samen.
Bijzonder is de Kanaalbrug over de Loire waarmee boten deze wilde rivier kunnen oversteken.
Vlakbij de kanaalburg, op de rechteroever aan de Rue des Perruts, ligt een observatorium met uitzicht op de brug en een (Franstalige) expositie over de Loire. Op de linkeroever, aan de andere kant van de brug, loopt een wandelpad; de Promenade des Demoiselles.
Door de bijzondere ligging, was Digoin eeuwenlang een doorvoerplaats van koopwaren. In de 19e ontstonden hier keramiekbedrijven. Enkele zijn er nog steeds in bedrijf. Digoin heeft ook een museum dat is gewijd aan keramiek (8, Rue Guilleminot) en beschikt over een verzameling van 8.000 stukken.
Vanwege alle visrijke wateren rondom het plaatsje, is dit een paradijs voor vissers. In een straal van 6 kilometer vinden zij in totaal 100 kilometer aan oevers.
Behalve waterwegen, komen hier ook enkele grote fietsroutes bij elkaar. De Europese EV6 van de Atlantische Oceaan naar de Zwarte Zee kruist bij Digoin de V51 die een grote ronde maakt door Bourgondië.