In Bourgondië, de bakermat van de Charolais runderen, eten ze graag een goed stuk vlees. Charolais vlees staat bekend vanwege z’n uitstekende kwaliteit en verfijnde smaak. Het is donkerrood en mager, maar heeft tegelijkertijd voldoende marmering (vetadertjes) om het mals en smaakvol te maken. Het vlees dankt z’n kwaliteit onder andere aan de weiden waarop het vee een groot deel van het jaar mag grazen.
Tot de 18e eeuw werden deze runderen vooral gebruikt als werkdier in de Vallei van de Arconce. Op de akkers van de Charolais en de Brionnais, waar ze vandaan komen, moesten ze de ploegen trekken. Dat was goed voor de ontwikkeling van hun spieren. Zodra ze te oud werden voor dit werk, werden ze vetgemest en geslacht.
In de 17e eeuw startten de boeren in dit gebied met de veehouderij. Vanaf het midden van de 18e eeuw werden hun runderen ook in Parijs verkocht: te voet waren ze ongeveer 20 dagen onderweg naar de Franse hoofdstad. De reis ging door de Nièvre en na verloop van tijd werd ook rondom Nevers gestart met het houden van Charolais runderen.
Vanaf de 19e eeuw steeg de vraag naar vlees sterk. Met de komst van de spoorlijnen werd het makkelijker om het vee te vervoeren. Het houden van Charolais vee breidde zich ook uit naar andere departementen. Sinds de 20e eeuw worden deze runderen niet meer ingezet als trekdier. Ze worden enkel nog gehouden voor het vlees .
De koeien en de stieren uit de Charolais zijn te herkennen aan hun (room)witte kleur en hun stevige, gespierde postuur. Ze zijn rustig, vruchtbaar en groeien snel. Volgens Wikipedia groeien ze in hun eerste 120 dagen met meer dan een kilo per dag. Soms zelfs met 2 kg per dag. De volwassen koeien wegen 700 tot 1200 kilo en de stieren 1000 tot 1700 kilo. Het zijn makkelijke eters. En ze weten zich goed aan te passen aan het klimaat en de omstandigheden. Van alle vleeskoeien levert de Charolais de meeste melk.
Het vlees heeft een kwaliteitskeurmerk AOP (Appellation d’Origine Protégé) als het uit Charolles komt. AOP duidt aan dat het is geproduceerd met erkende knowhow binnen een bepaald gebied. Het keurmerk AOC (Appellation d’Origine Contrôlée) wordt toegekend als het aan bepaalde eisen voldoet en afkomstig is uit de Saône-et-Loire, de Loire, de Rhône, de Côte-d’Or, de Nièvre of de Yonne.